top of page

Liefste iedereen,

 

Allereerst: wéér mijn excuses voor zo'n late blogpost, het is mijn record deze keer, zo'n dikke drie maanden zonder teken van leven. De hoofdreden hiervoor is dat het vakantie was en er meestal echt gewoon niets gebeurde. Mijn vrienden van AFS zitten de hele week in hun project, vrienden van mijn middelbaar had ik niet echt en de universiteit wou maar niet starten. Gelukkig kwam er eind januari een reddende engel helemaal uit België overgevlogen om mij twee weekjes gezelschap te houden: Lies! Ik had het schrijven van mijn blog deze keer een beetje anders aangepakt door elke dag een stukje te schrijven over die dag, om het dan sneller (haha, naïeve ik) online te zetten. Daardoor is alles wel veel uitgebreider en kan dit een lange, misschien bij momenten zelfs een beetje oninteressante blog worden, dus voor zij die geïnteresseerd zijn, zet je er even bij neer.

​

Zondag 28/01

 In de ochtend kwam Lies aan op de luchthaven na een reis van 30 uur. Grappig momentje wel toen ik Valeria, een van de Duitse vrijwilligsters, tegenkwam op de luchthaven omdat haar vriendje blijkbaar dezelfde route als Lies achter de rug had! Na een blij weerzien zijn we dan naar mijn huis gegaan. We besloten het maar wat rustig aan te doen, mede omdat ze bovenop de moeheid natuurlijk ook een jetlag heeft. In de avond gingen we eerst langs de plaza, en dan bowlen met al mijn vrienden, omdat het de laatste dag van Leni in Bolivia was. (We hadden vrijdag al een afscheidsfeestje, en zaterdag waren we naar lomas de arena, een soort natuurpark hier geweest.) Mijn vrienden zijn geen moeilijke mensen, dus Lies was natuurlijk, net als Valerias vriendje, helemaal welkom. Enkelen onder hen gingen erna nog naar een café, maar voor Lies was het natuurlijk wel genoeg geweest voor de dag, en ik was ook vrij moe.

Maandag 29/01
Vandaag gingen we in de ochtend eerst ontbijten in een salteña/empanada restaurantje, omdat ik wilde dat Lies dit probeerde. Daarna vertrokken we met de micro naar de bussenterminal om ons ticket te gaan kopen. Daar aangekomen vertelde de mijnheer van onze maatschappij ons dat we onze paspoort nodig hadden, wat ik natuurlijk helemaal vergeten was. Dan maar met de micro terug, en even stoppen bij mutualista, een grote overdekte markt, om fruit en nog wat dingen te kopen. Helaas was het net de maandelijkse kuisdag, dus daar konden we ook niets beginnen, want alles was gesloten. Dan maar verder met de micro naar huis, om onze pas te gaan halen en met de taxi weer naar de terminal te vertrekken. Uiteindelijk toch tickets kunnen kopen, en dan met de zoveelste micro van de dag terug naar huis. 's Middags aten we samen met Mamimi en Ronald, daarna zijn we onze zakken beginnen inpakken. Ik weet nog niet hoe ik alles er elke keer weer allemaal in ga krijgen, maar dat zijn zorgen voor later... Om iets na 4 namen we dan helemaal gepakt weer een taxi naar de busterminal, om onze bus om 17u te nemen. We hadden iets duurdere tickets gekozen van een betere maatschappij, en dat bleek het helemaal waard te zijn. De stoelen kunnen helemaal plat gelegd worden (mét voetenbankje) , er is heel veel plaats en je kan je gsm opladen. Wel handig als je 18-20 uur in de bus moet zitten. Ze draaiden (zoals altijd) een heel slechte film, waardoor ik al snel in slaap viel.

Dinsdag 30/01
Heel vroeg vannacht werd ik al wakker van de bochtige slechte wegen: mijn wagenziekte blijft me achtervolgen. Naar buiten kijken ging niet, omdat alle ramen vrij hard aangedampt waren, maar dat was misschien maar beter zo omdat de wegen er soms heel slecht bij liggen met een afgrond naast je, en da's niet zo fijn om allemaal te kunnen volgen. Om 7 uur 's ochtends stonden we ineens stil. Ik weet nog steeds niet wat er was, misschien een van de vele blokkades, maar we hebben toch wel 2 uur op die plek gestaan, net voor het laatste lange rechte stuk naar La Paz.


Uiteindelijk kwamen we rond half 1 aan op de busterminal, van waaruit we een taxi pakten naar het hostel. Natuurlijk was het weer even wennen aan de hoogte, maar het was al beter dan de vorige keren toen ik met het vliegtuig was gegaan. Nadat we ingecheckt hadden bij een supervriendelijke jonge kerel die iedereen amigos en amigas noemde, zijn we maar middageten gaan zoeken. Wat me elke keer wel opvalt in La Paz is dat er echt veel meer toeristen rondlopen, en veel cafés/restaurants/... dus bijgevolg echte toeristenattracties zijn. Niet echt mijn ding, maar nog steeds blijf ik het een leuke stad vinden.

 

Het middageten was dus bijna onvermijdelijk in een toeristenrestaurant, aangezien ons hostel ook in een toeristenbuurt was en we niet heel ver wilden stappen met de hoogte. Natuurlijk praatte de ober altijd in het Engels terug , ook wanneer ik Spaans tegen hem praatte, maar dat namen we er dan maar bij (en ik bleef koppig verder in het Spaans antwoorden). Na het middageten gingen we naar het hostel om ons even op te frissen, en vertrokken dan naar Mercado de las Brujas, een soort toeristenmarkt (hoeveel keer heb ik al 'toeristen-' geschreven in deze blog?) met veel truien van Alpacahaar en sjaals en alternatieve geneesmiddeltjes en veel meer. Ik had al een trui van de vorige keer dat ik er was, maar heb wel een armbandje en oorbellen gekocht. Lies kocht een trui, twee kettingen en een ring (ze heeft souvenirs nodig voor haar familie in België, en dit is wel de perfecte plaats daarvoor). We hadden om 18u met Luna, Freya en Jasper (drie andere Belgische uitwisselingsstudenten, Luna en Freya wonen in Peru, Jasper in Sucre) in het hostel afgesproken. Van daaruit zochten we eerst avondeten en zouden we dan met een teleferico naar boven gaan om een zicht over de verlichtte stad te hebben. We aten als avondeten (verrassing verrassing) kip met rijst en frietjes in een restaurant waar de banken twee per twee achter elkaar stonden, een beetje zoals in een trein of zo, een heel raar zicht. Daarna namen we een teleferico naar El Alto, lieten we een paar Aziatische toeristen een paar foto's nemen (omdat wij uiteindelijk ook toerist in 'eigen' land waren, en gingen we terug naar beneden, met reggaeton op omdat we toch alleen in een cabine zaten. We stapten terug naar ons hostel en gingen al vrij snel slapen, aangezien onze bus naar Copacabana de volgende dag al om 7:20 voor de deur zou staan.
 


Woensdag 31/01
We stonden goed vroeg op om ons snel klaar te maken voor de bus die dus zou langskomen. Lies en ik konden gelukkig onze grote rugzakken in het hostel achterlaten, omdat we na 1 nacht op Isla del Sol terug zouden keren naar het hostel in La Paz voor een nacht. De bus was maar 30 bolivianos, maar was dan ook wel vrij klein. Ik herkende de weg nog van de vorige keer, en ze was nog steeds even mooi...behalve de regen dan die al dagen niet wilt ophouden met vallen. (Arme Lies, komt ze dan helemaal naar Bolivia en is het lekker Belgisch weer..) Bij een oversteek met een overzetbootje onderweg zag ik in een kraampje Incacola staan, een Peruviaans drankje waar Luna en Freya gek van zijn, dus dat heb ik dan ook weer geprobeerd! (Om een idee te geven van de smaak: soort chemisch snoep/medicamentsmaakje, maar nog verrassend goed!) We kwamen dus na +-3,5 uur aan in Copacabana, waar we een boot zouden nemen naar Isla del Sol. Jasper en ik waren even eten gaan kopen, maar omdat het marktje verder was dan we dachten waren Lies, Luna en Freya intussen ook al verder gegaan, waardoor we elkaar kwijt waren. Ik was de enige met een Boliviaans nummer en crediet, dus ik probeerde wat rond te bellen, maar zonder succes. Uiteindelijk zijn we maar bij de bootjes gaan wachten en kwamen ze gelukkig net op tijd aan. Dan namen we het bootje voor anderhalf uur naar het eiland.

 

Blijkbaar moesten we bij de aankomst normaal gezien 10 bolivianos betalen als entree, maar dat hadden we niet door en we zijn oprecht per ongeluk de vrouw aan wie we moesten betalen voorbijgelopen. Daar wachtte ons weer de grote uitdaging: de berg beklimmen naar de hostels. Eerst heel veel trappen op, en dan nog gewoon weggetjes bergop. Ik had gelukkig niet mijn grote rugzak bij, maar wel een gescheurde plastieken zak met het eten en water, die ik dus in mijn armen moest dragen, wat het niet reel gezelliger maakte, zeker niet op die hoogte. We klommen en klommen, tot we éindelijk ons hostel bereikten, dat blijkbaar zo goed als boven aan de berg lag. Het uitzicht was gelukkig supermooi, en de mevrouw van het hostel was supervriendelijk.

 

We rustten wat uit en besloten om 's avonds naar de zonsondergang te gaan kijken vanop een uitzichtpunt op een iets hoger gelegen berg. We wisten niet goed hoe het te bereiken, dus gokten me maat wat en eindigden uiteindelijk met terrassen (als in: verhoogjes met gewassen, niet terrassen van huizen of zo) op de berg te beklimmen tot we boven waren. Daar zagen we dan (onder een paar rare blikken van een paar andere mensen) dat er gewoon een vrij korte weg naar boven was, die gewoon zo goed als vanuit het hostel vertrok. Er stond een verlaten gebouwtje, en het uitzicht was (zoals altijd) prachtig. We praatten wat met de andere mensen, en besloten uiteindelijk even te kaarten aangezien we nog te vroeg waren voor de zonsondergang. Dus Luna, Lies, ik, Gregory (een Canadees die ook op de berg was) en een Boliviaans meisje van een jaar of 10 die souvenirtjes verkocht op de berg speelden een paar rondjes presidenten in het laatste zonlicht van de dag. Toen begon ik het toch wel koud te krijgen (ik ben die temperaturen echt niet meer gewoon, en het was ook gewoon écht koud) en gingen we toch al terug naar het hostel om een beetje op te warmen, deze keer wél via de juiste weg.

 

We besloten 's avonds pizza te gaan eten, aangezien dat een van de enige dingen is die je kan krijgen op het eiland, het is wel echt toeristisch. De mevrouw van het hostel zei dat er in het bos een goed restaurant was, maar na een paar meters werd het ons toch al te donker en te raar, dus gingen we maar ergens anders zoeken. Toen kwamen we Gregory weer tegen met twee vrienden, en besloten we samen te gaan eten. Er kwamen ook nog twee andere vrienden van hun hostel aan, en bestelden we allemaal samen pizza. Uiteindelijk waren we met 5 Belgen, 1 Spanjaard, 1 Chileense, 1 Italiaan, 1 Canadees en 1 Argentijnse aan tafel. We schakelden een beetje tussen Spaans en Engels, omdat de meesten beter Spaans spraken, maar Lies en Gregory niet zo goed, dus dat was niet leuk voor hen. Luna, Freya, Lies en ik bestelden 3 pizzas voor ons vier, maar dat bleek al te veel te zijn, dus we gingen heel goed gevuld naar huis. We gingen vroeg slapen, omdat we hadden afgesproken de volgende ochtend de zonsopgang te gaan kijken, omdat ik dat vorige keer niet gedaan had en het toch wou zien op deze wonderlijke plek.

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​



Donderdag 01/02
Lies en ik stonden goed op tijd om kwart na 5 op, omdat we geen idee hadden hoe laat de zon opkwam. Toen mijn internet 's ochtends ineens toch terug een beetje werkte zagen we dat de zon pas om iets na 6 opkwam, dus bleven we nog even liggen tot het wat lichter werd. Toen we dan besloten om echt naar buiten te gaan, zagen we dat het heel bewolkt was, hoe kon het ook anders? We maakten dan een ochtendwandelingetje over het eiland, dat we dan eens zagen zonder toeristen. We konden niet meer echt slapen, dus maakten ons maar klaar en gingen om 8 uur dan naar het ontbijt (dat overigens echt heel goed was).

 

We wilden eigenlijk overdag gaan wandelen en om 15 uur een boot terug nemen, maar het begon de hele ochtend lang te stortregenen, dus niemand had echt zin, uitgezonderd Jasper. Dus terwijl hij dapper genoeg was, bleven wij binnen in het hostel een beetje kaarten. We zijn uiteindelijk toen het gedaan was met regenen ook nog eventjes naar een soort kapelletje gegaan waar we met afs ook naartoe geweest waren. We wilden eigenlijk eerst naar ergens anders gaan, maar blijkbaar hebben het noordelijke en zuidelijke deel van het eiland een vete op het moment, en kan niemand meer van het ene naar het andere deel gaan. We hebben dus niet superveel gemist. Na het middageten daalden we weer de hele weg af en namen we een bootje terug, deze keer zaten we op het dak (=beter uitzicht, bevroren bij aankomst).

 

In Copacabana kochten we een busticket en kon ik na een heel lange tijd Jazmin weer zien, die ons daar samen met twee andere vrienden van Sucre stond op te wachten, omdat zij mee verder naar Puno zouden doorreizen. We aten nog allemaal samen verse trucha (forel) in een van de kraampjes aan het meer en namen dan onze bus. Voor ik verderga moet ik al bekennen dat we niet veel betaald hadden voor de bus, maar al meer dan in het heengaan dus we vermoeden dat het wel ongeveer dezelfde kwaliteit zou zijn. Wij zaten helemaal vanachter op de 5 stoeltjes, die veel kleiner leken dan normaal, met een bus die na 2 minuten al stilviel. We hadden al stress omdat we niet wisten tot hoe laat de receptie van het hostel zou open zijn en we geen contactgegevens hadden, en de bus dan ook nog overal stopte om andere mensen op te halen, dat was gezellig. Bij de overzetboot maakten we nog een hele gezellige toiletstop in een van de typische enorm vuile publieke toiletten, die zichzelf hier hadden overtroffen door douchegordijntjes als deur te hebben én niet automatisch te kunnen doorspoelen (dan moet je een emmertje pakken en dat vullen met water om door te spoelen).

 

Toen we in La Paz aankwamen was het zo'n kwart na 10, dan hebben we snel een taxi gepakt en zijn we naar het hostel gegaan. De vriendelijke mevrouw van ervoor was er nog steeds, en ze wees ons onze kamer, een gedeelde kamer met 3 stapelbedden. Net toen we onze spullen daar gezet hadden, kwamen er drie Duitse meisjes naar boven die ook bij ons in de bus zaten. Aangezien zij met drie waren en er in onze kamer eerst nog drie bedden vrij waren, wisselden wij van kamer naar de kamer waar we de vorige keer sliepen. We waren eigenlijk stiekem heel blij, omdat er hier veel meer plaats was, en twee verdiepen, met enkel twee gewone bedden beneden die je met een gordijn kon afsluiten, waardoor het dus eigenlijk meer een privékamer was. We waren allebei heel moe, dus maakten ons al snel klaar om te gaan slapen.
 


Vrijdag 02/02
We hadden onze wekker pas om half 9 gezet, maar door de vorige dagen vroeg op te staan werden we al vanzelf wakker, wat eigenlijk beter was, dan hadden we een hele dag. We zaten aan het ontbijt met een Nederlands koppel, twee vrouwen die toevallig allebei uit New York kwamen en een jongen uit Engeland. Na een praatje vertrokken we al om een fatsoenlijke koffie in een café te gaan drinken. Omdat het aan het regenen was en onze amigo aan het secretariaat stond, gaf hij ons zijn paraplu om te lenen omdat hij het maar gek vond dat we al in de regen naar buiten gingen. Terug over de koffie: het was volgens mij de eerste fatsoenlijke koffie die ik in mijn 5 en een halve maand in Bolivia heb gedronken, en het deed enorm goed.

 

Erna wandelden we naar de busterminal om onze bustickets te kopen. We hadden keuze tussen een organisatie die er iets beter uitzag, maar enkel een bus met bedden had voor 197 bolivianos (de maximumprijs voor bedbussen van La Paz naar Uyuni) of een iets meer louche organisatie met halfbedden voor 100 bolivianos. We zijn en blijven studenten, dus kozen we het tweede (mede omdat deze pas om 9 uur vertrok en met de rit die 11 uur duurt op een normaler uur zou aankomen.

Daarna gingen we weer naar mercado de las Brujas om een broek voor mij te kopen, omdat ik een hele mooie 'hippiebroek' had gezien, en toen had Luna er toevallig ook zo een, die haar zo goed stond dat ik ook over de streep getrokken was. Uiteindelijk kom je natuurlijk ook naar buiten met een trui en een sjaal dan, voornamelijk omdat ik niet zo een warme kleren had voor in Salar de Uyuni (en ik bijna nooit kleren koop in Bolivia, dus het mag). Lies had ook een trui gepast, waarvan we dachten dat hij 130 bolivianos kostte. Blijkbaar was dit de stapel ernaast, en kostte deze twee 270. Terwijl ze hem wou aantrekken bleef haar armbandje haken, kwam er een draadje van de trui los én hing ze vast. Eerst wouden we dit subtiel oplossen, maar de vrouw van de winkel had het natuurlijk al snel door. Ze zei dus dat Lies de trui moest kopen, maar dat ze een korting zou geven (die uiteindelijk maar 20 bolivianos was, wat ze normaal sowieso al geven, maarja). Gelukkig was de trui mooi, om toch een beetje positief te blijven.

 

We gingen dan maar middageten zoeken. We kwamen voorbij een Mexicaans restaurant dat er gezellig uitzag en goed rook, dus de keuze was snel gemaakt. Ik at chili con carne met tacos en Lies quesadillas. Terwijl we aan tafel zaten hadden we ineens al door dat er heel veel posters van Belgisch bier aan de muur hingen. (dat helaas niet op de kaart stond...) Niet enkel de meest internationale bieren zoals Jupiter of Stella Artois, maar ook Westmalle, een soort Geus en zo'n dingen. Ik heb uiteindelijk aan de ober gevraagd vanwaar dit kwam, en hij vertelde me dat de bazin uit België kwam. We waren al verbaasd op dat moment, maar toen we gingen betalen zag Lies ineens ook een vlag van den Antwerp (de voetbalclub) hangen, en daaronder een vlag van het Zeezicht! (Een café in onze buurt waar we allebei al van kinds af aan met onze ouders tot nu met onze vrienden naartoe gaan.) Hoe groot is de kans dat je in heel Bolivia in een Mexicaans restaurant toch een stukje thuis terugvindt? We waren weer helemaal blij hierna.

 

We besloten een wandelingetje te maken, aangezien we niet echt wisten wat te doen omdat het enige wat ik nog ooit eens wil zien (valle de la Luna) buiten de stad ligt en dat dan weer even op het openbaar vervoer zou zijn, en we die avond al op de bus zouden moeten zitten. We bezochten eerst plaza Murillo, een oud plein met mooie gekleurde gebouwen, en daarna calle Jean, een klein straatje met schattige gekleurde huisjes. Ik had nog een legging of zo nodig als pyjamabroek, omdat een short in La Paz echt te koud was. Dus we hebben nog wat goedkope kraampjes met heel lelijke kleren bezocht, en uiteindelijk een goedkope lelijke legging voor mij gevonden (ik reken mezelf nu een echte Boliviaan). We wandelden daarna terug naar het hostel om even uit te rusten, en kwamen daar onze eerste Belgische toerist tegen! Ze was van Brussel en praatte eigenlijk Frans, maar verstond een praatte ook vrij goed Nederlands. We hadden een interessant gesprek met haar, en daarna ook nog even met de vrouwen van New York. We kochten nog even wat eten voor op de bus en wat brood, tomaat en avocado voor die avond.

 

Rond 8 uur gingen we naar beneden, omdat de bus om 21 uur vertrok en je er dan rond 20:30 moet zijn. Een belangrijk detail voor het verhaal: die ochtend hadden we ontdekt dat we de avond ervoor hoogstwaarschijnlijk geen wisselgeld hadden gekregen toen we onze kamers betaalden, maar dit met onze vermoeidheid niet doorhadden. Ik had dus voor we vertrokken proberen polsen of dit echt zo zou kunnen zijn, maar de mevrouw van het secretariaat had daar blijkbaar documenten en het wisselgeld voor nodig en dat had onze amigo mee. Ze nam ons niets kwalijk, maar kon ons natuurlijk niet het voordeel van de twijfel geven, en wij moesten door voor de bus, dus dat waren dan ook weer 60 verloren bolivianos. Doordat we hier al een beetje vertraging hadden, moesten we snel een taxi vinden. Helaas stond heel onze straat vol met autos omdat er 1 auto vastzat en de straat was nogal smal, wij wandelden dus met al onze zakken (trekkersrugzak, gewone rugzak, zak met eten en slaapzak van Jasper) de straat af naar de hoofdstraat. Daar zou in Santa Cruz om de 5 seconden een taxi voorbijrijden, maar in La Paz dus blijkbaar niet. De weinige taxi's die voorbijkwamen zaten allemaal vol of zagen ons niet als gekken zwaaien langs de weg. Er reden veel kleine busjes langs, maar we wisten niet langs waar het openbaar vervoer reed en dat zou al helemaal onmogelijk geweest zijn met onze bagage. Uiteindelijk waren we om kwart voor 9 half aan het snelwandelen, half naar taxi's aan het omkijken toen er tóch een lege taxi naar ons toeterde. We zagen er waarschijnlijk vrij gestresseerd + moe uit van het bergop wandelen op deze hoogte met deze bagage, en de taxichauffeur bracht ons supersnel naar de terminal en lachte ons nog een goede reis toe. We kochten snel nog ons vervoerbewijs (want dat moet je om een of andere reden nog apart doen) en gingen naar de bus, waar we uiteraard nog wel even zaten te wachten om onze bagage binnen te leggen en zo. De bus zelf was (zoals te verwachten) vrij klein en slecht. Het gezelligste moment was toen ik 's nachts wakker werd van regen of condens die op mij viel vanop het dak. Maarja, we hadden 100 bolivianos betaald dus konden niet klagen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 



Zaterdag 03/02
Opstaan! "llegamos en Uyuni" Herinneren jullie je dat ik had gezegd dat de reis 11 uur zou duren? Het was 5u30. Dus wij stapten halfslapend uit de bus, pakten onze vele verschillende zakken (we hadden onze bagage niet echt gesorteerd) en stonden buiten in het donker in de regen in een onbekende stad. Meteen kwamen er een tiental mensen van agentschappen naar ons met "tour Salar tour Salar" en "we have coffee" en "girls girls you want to go to Salar today? Good price!" en zo voort. We werden er helemaal gek van en zijn maar gewoon weggelopen in de richting waar de meeste mensen naartoe gingen. Uiteindelijk kwam er op een rustigere plek nog een man naar ons toe of we niet naar het café in de straat wouden dat al open was, en dat hebben we dan uiteindelijk maar gedaan. (Dit bleek uiteindelijk ook het café te zijn van een van de vrouwen bij de bus, maar het maakte al niet zo veel meer uit, we zaten warm en droog binnen met koffie en een ontbijtje.) We zochten daar een paar hostels op, en zagen dat er een was in dezelfde straat, we boekten een kamer en hadden daar nog een tweede, beter ontbijt nu we er toch waren, haha.

 

We besloten dan om mijn haar te knippen (verrassende wending, ik wist niet goed hoe ik dit op een vlotte manier moest aanbrengen), omdat ik dit in Santa Cruz al veel langer wilde doen en Lies mijn haar graag wilde knippen. Dus nu is het terug tot boven mijn schouders hoera! We hebben nog wat rondgelopen om sleffers te zoeken voor Salar (want dat staat onder water nu) en aten middageten. Daarna besloten we ons agentschap te gaan zoeken, omdat Edith, de vrouw met wie ik gemaild had, nog niet had geantwoord die dag en het leek ons gemakkelijker om gewoon even in het echt langs te gaan. Dus liepen we eerst naar het adres van TripAdvisor, waar helemaal niets was. Dan vroegen we het aan mensen, maar die kenden het niet. Dan gingen we het aan de uitbaters van ons hostel vragen, die ons naar de buurt van de busterminal stuurden, maar daar vonden we ook al niets. Daar stuurden ze ons terug naar de straat van het hostel, wat we al een beetje raar vonden. We vroegen het nog eens aan de mensen van het hostel, die belden naar iemand, en wisten ons uiteindelijk te zeggen dat het ongeveer recht tegenover ons aan de andere kant van de straat lag. Het was gewoon een klein deurtje met een klein logo, dus we waren er al zo veel voorbij gelopen maar hadden er gewoon los over gekeken. Na een beetje dom gelach met de uitbaters van het hostel gingen we dan naar het bureau. Dat was uiteraard gesloten. We belden dan naar het nummer op de deur, kregen Edith aan de lijn, en om 5 uur in de namiddag leerden we terug en regelen we alles. Voor de rest gebeurde er niet echt veel bewonderenswaardig die dag, we aten 's avonds nog eens in een restaurant en gingen op tijd slapen.

Zondag 04/02
Vandaag was het zover! Eindelijk naar Salar, mijn grote droom voor ik naar Bolivia kwam. We gingen 's ochtends snel nog een beetje fruit kopen en het laatste geld afhalen. We hadden op voorhand een beetje schrik omdat we een gedeelde tour met nog 4 andere mensen geboekt hadden, en aangezien de tour in het Spaans was kon het dus ook zijn dat deze mensen enkel Spaans konden spreken, en Lies dus niet met hen zou kunnen communiceren wat echt niet leuk zou zijn natuurlijk. Er zat al een oudere man in het kantoor toen wij aankwamen, waarvan we eerst dachten dat hij nogal grumpy was, maar die heel goed meeviel toen we even met hem praatten. (Of dat denken we toch, hij woont op de grens met Schotland en zijn accent was bijna geen Engels meer te noemen bij momenten.) Toen een vrouw van het kantoor kwam zegden dat de jeep klaar was wilden wij ook instappen, maar toen kwamen we erachter dat hij enkel een tour voor 1 dag had, en dat hij dus niet ons reismaatje zou zijn. We moesten dus blijkbaar langs een ander kantoor rijden om daar de anderen te gaan ophalen. Daar stonden dan 4 jonge mensen, 2 koppels die allemaal Engels spraken. In het begin was het een beetje raar natuurlijk, en we praatten tot de eerste stop niet echt met hen, mede omdat Lies en ik op de achterste twee stoeltjes zaten (achter de achterbank). Die stoeltjes kwamen uiteindelijk nog vrij goed van pas, we konden altijd gewoon al onze rommel laten liggen en niemand die er last van had 😉.

 

De eerste stop van de dag was het treinkerkhof net buiten Uyuni. Daar zag je wat er in heel Uyuni ook al zo benadrukt wordt: hoe toeristisch het wel is. Overal stonden mensen foto's te nemen op en naast de oude treinen en treinsporen. Lies en ik besloten een stukje verder te wandelen naar een leger stuk, dus we hebben ook foto's zonder andere mensen, hoera! Toen moesten we onze auto terugvinden. Slim als we zijn hadden we niet naar onze nummerplaat gekeken, waren we niet meer zeker van de kleur én waren we ook de anderen van de groep kwijt. We wisten nog wel ongeveer waar hij stond, maarja, al die auto's en de meeste gidsen leken op elkaar natuurlijk, dus het duurde toch even voor we Augustin (de gids) en onze jeep terugvonden. We reden voort naar Colchani, een dorpje waar ze 'artisanale' souvenirs uit zout maken. Uiteraard waren er heel veel dezelfde dingen als in La Paz en Uyuni, met een paar zoute beeldjes erbij. We kochten niets, maar bedachten wel ineens dat onze zonnecrème nog in onze grote rugzak lag. Arme Augustin is dan terug op het dak geklommen om onze rugzak eraf te halen zodat wij snel onze zonnecrème konden pakken, als we dat niet hadden kunnen doen was ik nu een nóg grotere kreeft geweest.

 

We reden erna dan uiteindelijk door naar Salar. We hadden geluk dat we in deze periode van het jaarkonden gaan, want het is regenseizoen en dan is de hele zoutvlakte een grote spiegel, wat een supermooi effect geeft natuurlijk (en wat wij ook het liefste wilden zien). We stopten een paar keer om foto's te nemen, Augustin deed een paar pogingen om een springfoto van Lies en mij te nemen (zonder succes) en bewonderden vooral deze uitgestrekte hemel. 's Middags aten we in het zouthotel, dat nu geen hotel meer is maar een soort klein museumpje voor toeristen. We waren er iets langer dan de bedoeling was omdat een meisje van onze groep haar gsm tussen twee muren van het toilet had laten vallen en (tevergeefs) had geprobeerd hem er terug uit te halen. De sfeer was dus iets bedrukter op de weg terug, maar ze bleek al meteen een vrij positieve persoon geraakte er vrij snel weer bovenop. We passeerden opnieuw voorbij Uyuni, waar ze ook even een zonnebril kocht want die van haar was ook al tussen de muren gevallen.

 

Dan reden we door naar ons eerste hostel, maar niet zonder onderweg even gestopt te zijn voor een hele mooie zonsondergang. Ook zagen we in de verte al vele flitsen van onweren, wat het allemaal nog mooier maakte. Na een drietal uur rijden kwamen we bij ons hostel aan. Ik had van andere vrienden al gehoord dat je er met allemaal andere toeristen zou zitten, maar tot onze grote verbazing zaten we hier alleen. Het was een zouthotel, met zowel muren als stoelen als bedden als alles wat je je kan inbeelden van zout waren. Zelfs op de grond lagen zoutkorels als vloerbekleding. Tijdens het avondeten begonnen we voor het eerst met ons 6 eens fatsoenlijk te praten: elkaar leren kennen, maar ook over politiek en levensverhalen en zo praten. Pas helemaal op het einde, net toen iedereen naar zijn kamers wilde gaan heb ik dan toch maar gevraagd hoe ze eigenlijk allemaal heetten, want dat wist niemand van elkaar. Ze bekenden allemaal lachend dat ze dit ook al wilden vragen, maar het altijd vergaten. Dus: meisje van La Paz dat haar gsm verloor heet Adriana, 21 jaar. Haar vriend is Aaron uit Nieuw-Zeeland, 24. Zij wonen samen in Buenos Aires. Dan had je het andere koppel: Vanessa uit Nieuw-Zeeland (29 jaar) en haar vriend Thierry uit Engeland (25 jaar) die samen in Nieuw-Zeeland wonen. Zo, nu kan ik het dan toch allemaal duidelijker vertellen.
 

Lies en ik gingen na het avondeten nog even naar buiten om naar het onweer te kijken. Het was heel intrigerend, hele lange flitsen en dan oorverdovend gedonder, maar toch geen regen, en dit allemaal in een prachtig landschap. Toen we uiteindelijk terug naar binnen wilden had de man van het hostel wel de deur op slot gedaan, oeps! Gelukkig had hij vrij snel door dat er aan de deur gerammeld werd, dus deed hij snel open, om ons erna nog even raar te bekijken toen ik zei dat we naar het onweer aan het kijken waren. We namen allemaal nog een douche (waar we dan wel 10 bolivianos moesten voor betalen als we warm water wilden) en gingen slapen.

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

Maandag 05/02
We moesten vandaag vroeg opstaan, om 7 uur zouden we vertrekken. Gelukkig hadden we allemaal wel genoeg motivatie om uit ons bed te geraken. Het ontbijt stond al klaar, en we hadden weer een gezellig praatje tijdens het eten. Toen vertrokken we op weg, het onweer van de vorige dag was volledig weggetrokken en de zon scheen, zodat het de ochtendkoude van de hoogte een beetje draaglijker maakte. De eerste stop van de dag was een uitzichtpunt vanwaar je een vulkaan kon zien. Je kon hem eigenlijk al de hele tijd tijdens het rijden ook wel zien, maar het was fijn om even uit te stappen. Er was daar een hele schattige kitten met wie ik vriendjes ben geworden, maar die mochten we helaas niet meenemen :( Daarna reden we door naar ons eerste meer, en dus ook onze eerste flamingos' van de tour. De gids wist ons te vertellen dat er drie soorten flamingo's in het natuurgebied zaten, maar welke drie ben ik helaas vergeten (en ik vermoed dat de meerderheid onder jullie ook niet heel geïnteresseerd was). We zagen nog een paar andere meren met andere flamingo's, tot we dan 's middags halt hielden bij het 'smelly lake' dat gelukkig niet zo veel te maken had met zijn naam zolang je er niet te dicht bij kwam.

 

In de namiddag begon het weer om te slaan, maar zo tussen majestueuze landschappen rijden met overal bliksemschichten rond je heen is toch ook wel speciaal. Het begon ook even te hagelen, wat daarna veranderde in regen, en natuurlijk was ik de enige die zo slim was geweest mijn regenjas te vergeten in mijn rugzak op het dak. We bereikten tegen het einde van de dag het laguna colorada, waarover ik op Planet Earth al eens een stukje over de flamingo's had gezien, en dus vrij hard naar uitkeek. Helaas moet de zon blijkbaar schijnen om het meer zijn rode kleur te geven, dus was het eerder gewoon een plas met wat flamingo's en regen. Dan maar verder naar ons hostel. Het lag op een plek die er vrij zielig uitzag, midden in de velden, in een 'dorpje' met een paar bakstenen gebouwtjes. Het hostel was vrij koud en had enkel een toilet, geen douche. We sliepen met alle zes in 1 kamer, wat wel een aanpassing was tegenover de vorige dag. Lies en ik voelden ons wat zielig tegenover de rest, aangezien de twee koppels natuurlijk samen gezellig lagen te kijken naar hun foto's en meer van die dag, terwijl wij op de twee bedden aan hun voeteinden zaten te bespreken hoe Lies het nog een dag zonder douchen zou overleven, aangezien zij de enige was die de vorige dag niet had gedouchet. We gingen dan avondeten, kregen eerst thee en wat koekjes om ons op te warmen en daarna spaghetti (!!) en een fles rode wijn (!). (Niet direct na elkaar natuurlijk, we hadden gewoon wel genoeg om over te praten.) We kropen daarna snel in ons bed, want de volgende ochtend zou de jeep om 4u30 vertrekken om naar de geisers te gaan kijken.

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

Dinsdag 06/02
Vandaag zou een lange dag gaan worden, maar daar hadden we deze ochtend nog geen idee van. We stonden dus op rond 4 uur, ontbeten snel en wilden in de jeep instappen. Augustin, onze chauffeur, stond echter al met de motorkap open te praten met andere chauffeurs. Uiteindelijk vertrokken we toch zonder dat hij er iets van zei. Onderweg naar de geisers voelden we al dat er precies iets raar aan de hand was met de auto. Augustin zette zijn ruitenwissers af (het regende licht), doofde zijn lichten, en de radio speelde al de hele tijd niet. Het bleek dus onze batterij te zijn en we vielen verschillende keren stil, waarbij andere chauffeurs ons op de een of andere manier moesten helpen. Zonder deze problemen gerekend was het uitzicht wel heel mooi (zoals altijd). Omdat iedereen de geisers 's ochtends wilt bewonderen zag je enkel een hele rij lichtjes van overal door het landschap slingeren. Uiteindelijk kwamen we dan toch aan bij de geisers, en die waren het zeker waard. Er kwamen grote wolken gas uit de grond, en op sommige plekken kon je een grijze lava zien borrelen. Na deze stop reden we verder naar de warmwaterbronnen. Er lag weer een groot meer, maar deze keer zag je de stoom eraf komen door het contrast van het warme water met de frisse ochtendlucht. Ernaast waren twee 'zwembadjes' afgescheiden, nog steeds met het water van het meer, maar zonder flamingo's. Niemand van onze auto wilde er eerst in, maar Lies en ik besloten uiteindelijk dat we er spijt van zouden krijgen moesten we het niet doen. Dus gingen we naar de 'kleedhokjes', die eigenlijk gewoon een grote kamer waren waar iedereen (of ja, mannen en vrouwen waren uiteraard wel gescheiden) zich half afgescheiden probeerde om te kleden, heel gezellig dus. Het water was zalig warm, zeker na even met een bikini door de kou te hebben moeten lopen. Erna hadden we het zalig warm en reden we verder naar nog twee laatste meren. Bij het laguna verde konden we deze keer de groene kleuren niet goed zien, omdat daar meer wind voor nodig was...

 

We namen nog een laatste (en eigenlijk ook enige) groepsfoto met Lies haar polaroid en reden verder naar de Chileense grens, omdat Vanessa en Thierry daar een bus naar de Atacamawoestijn zouden nemen. Lies en ik hebben dus ook even een minuutje in Chili doorgebracht, dan ben ik dus toch al even uit Bolivia geweest dit jaar! We moesten heel lang wachten omdat de rij bij de douane heel lang was, maar uiteindelijk hebben we gewoon hun rugzakken van het dak gehaald, vaarwel gezegd en zijn wij begonnen aan onze weg terug. Deze zou de hele dag duren, maar het landschap stelde gelukkig nog steeds niet teleur. We praatten een groot deel van de weg, dus het was nog wel gezellig. We vielen nog een paar keer stil, waarvan 1 keer op een weg zonder een enkele andere jeep, waar we dus al een tijd stonden voor er iemand voorbijkwam. We aten middageten in een klein dorpje, reden verder door velden VOL lama's, en ongeveer anderhalf uur voor we er waren gaf de batterij het schijnbaar definitief op. We moesten wachten op een 'amigo' die blijkbaar achter ons reed, maar hebben uiteindelijk toch wel bijna 2 uur staan wachten op onze amigo. Lies en ik hadden eigenlijk bereik nodig, want onderweg hadden we zo goed als beslist om met een vliegtuig terug te keren in plaats van met 2 nachtbussen twee opeenvolgende nachten, maar Lies moest nog een beetje sponsoring aan haar ouders vragen. Uiteindelijk kwam onze amigo dan toch aan, en konden we eindelijk verder rijden naar Uyuni. Onderweg barstte er dan uiteindelijk toch een echt onweer los boven ons.

 

Eenmaal aangekomen in Uyuni zochten we vluchten op voor de volgende ochtend, maar ik had mijn kaartlezer voor mijn bankkaart niet mee en kon dus niet online betalen en het kantoor van de luchthavenmaatschappij was al gesloten. We namen dan de gegevens van mijn kredietcard, maar het lukte niet via mijn gsm en uiteindelijk besloten we om maar het risico te nemen om gewoon de volgende ochtend te hopen dat het kantoor open was. We vonden een hostel, waar we op de kamer sliepen met een Japanner, 'Taco', zijn echte naam was te moeilijk (en hij stelde zichzelf zo voor, het is niet dat we gewoon een willekeurige bijnaam voor hem zochten). We gingen nog iets eten 's avonds, Lies vergat haar handtas in het restaurant, we moesten nog teruglopen om hem te gaan halen, en toen was het echt wel genoeg pech geweest voor de dag. We doucheten ons eindelijk en gingen een beetje gestresseerd slapen.

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

Woensdag 07/02
We waren als eersten van het hele hostel aan het ontbijt, en na te hebben ontbeten gingen we naar het kantoor van Amaszonas, de luchthavenmaatschappij. Dat was uiteraard gesloten. We belden dan naar de nummers die op de muur stonden geschreven, maar niemand nam op. Uiteindelijk wilden we de gok wagen om te vragen op de luchthaven of ze geen tickets verkochten, maar net op dat moment kwam er een vrouw van het kantoor aan. Ze was vrij verbaasd dat we zo laat nog een vlucht wilden boeken (als in: binnen 2,5 uur zou onze vlucht vertrekken), maar alles ging vrij vlot. (Behalve dan dat we natuurlijk niet met onze bankkaart konden betalen en nog naar de bankautomaat moesten lopen...) Al bij al: we hadden onze vlucht en gingen naar de luchthaven. Daar aangekomen had de vlucht natuurlijk zo'n 2,5 uur vertraging, dus al ons gestress was toch een beetje voor niets geweest. Op de luchthaven zelf was niets te doen, er was alleen een cafeetje met waterige oploskoffie en verder niets. Onze vlucht kwam eindelijk aan, en dit was toch wel een beetje een avontuur. We waren met 8 passagiers in een vliegtuig voor 19 passagiers, wat dus écht klein was. Aan elke kant van het vliegtuig stond een rij met 1 stoel, je kon niet rechtstaan in het gangpad en je kon gewoon binnenkijken in de cockpit. Daar kon je dan bijvoorbeeld zien dat de co-piloot een vlieg probeerde dood te slaan met een boek of rustig op zijn Ipad zat, wat waarschijnlijk wel normaal is, maar je toch geen heel veilig gevoel geeft. Uiteindelijk kwamen we veilig en wel aan in Santa Cruz en konden de laatste dagen van Lies in Bolivia beginnen
.

 

We gingen nog een keer naar de cinema, gingen een keer uit en ik liet haar nog een beetje van de stad zien, maar heel veel spectaculairs valt er niet meer te zeggen. Om deze blog dan even kort samen te vatten:  het was een zalige reis, en hoewel ik nu zo goed als blut ben was het het helemaal waard. De vakantie was niet altijd even spannend of leuk, maar als je dan het prachtige land kan bezoeken wordt al die tijd maar een klein detail tegenover zoveel dat je in twee weken kan zien. 

​

bottom of page